Eind november 2020 is het wetsvoorstel “Tegengaan huwelijkse gevangenschap” aanvaard door Tweede Kamer. Het voorstel ligt nu bij Eerste Kamer ter afronding. De verwachting is dat het wetsvoorstel ingaat per 1 januari 2022.

Het wetsvoorstel beoogt onder meer het tegengaan van huwelijkse gevangenschap. Dat betekent dat mensen die in hun religieuze of levensbeschouwelijke huwelijk gevangen zitten, hiervan moeten kunnen worden verlost.

Het gaat naar schatting in Nederland jaarlijks om 250 vrouwen (vooralsnog blijven er kennelijk geen mannen vastzitten in een religieus huwelijk vandaar dat in dit artikel wordt uitgegaan van vrouwen) waarvan de wederhelft weigert de scheiding die is uitgesproken door de burgerlijk rechter te accepteren en wenst vast te houden aan het religieuze huwelijk. In een huwelijk blijven vastzitten brengt risico’s met zich mee. Bij het aangaan van een nieuwe relatie bijvoorbeeld kan men immers binnen het nog bestaande religieuze huwelijk overspelig zijn.
Daarom is ervoor gepleit, onder andere door de vrouwenrechtenorganisatie “Femmes for Freedom”, dat vrouwen de rechter kunnen verzoeken de andere echtgenoot te verplichten tot medewerking aan het teniet doen gaan van het religieuze huwelijk.

Het vasthouden aan het religieuze huwelijk wordt onder de nieuwe wet gezien als een onrechtmatige daad ex artikel 6:162 BW jegens de vrouw die uit haar huwelijk los wil komen en een nieuw leven wil beginnen. De echtgenoot, die daartoe verplicht zou worden, kan echter als verweer aangeven dat hij het risico loopt uit de familie te worden gezet of mogelijk zelfs nog erger. De rechter zal daar dan een beslissing over moeten nemen en een belangenafweging moeten maken.
Aan artikel 827 lid 1 Rechtsvordering wordt naar verwachting het volgende onderdeel toegevoegd:
“een bevel tot medewerking aan het teniet doen gaan van een naast het huwelijk bestaande religieuze of levensbeschouwelijke verbintenis op grond van artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in samenhang met artikel 68, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek”.
De verwachting is dat het wetsvoorstel per januari 2022 in werking zal treden.

Hebt u vragen over uw situatie? Neem contact op met Juliette Daniels van AD advocaten.