Kan de rechter in geval van een scheiding de schulden van partijen verdelen? Over die vraag ging het onder andere in een rechtszaak, waarover het Gerechtshof Den Haag zich op 21 december 2016 heeft uitgesproken.*

Partijen hadden een persoonlijke lening bij een bank, die uiteindelijk maandelijks door de man aan de bank moest worden afbetaald. De vrouw diende de helft van die schuld op haar beurt aan de man te voldoen. Dit zinde de vrouw niet, aangezien zij de helft van de maandelijkse aflossing rechtstreeks aan de bank wilde voldoen, en niet aan haar ex-echtgenoot. De vrouw vraagt dan ook aan het Gerechtshof De Haag om verdeling van de schulden.

Het gerechtshof overweegt dat een schuld geen ‘goed is in de zin van de wet’ en dat voor de verdeling van schulden de medewerking nodig is van de crediteur, in dit geval de bank. De rechter kan geen schulden verdelen, aldus het Gerechtshof.

Een rechter kan de schulden van de ex-echtgenoten dus niet verdelen, zonder medewerking van de schuldeiser. De oorspronkelijke overeenkomst van geldlening kan niet zomaar opzij geschoven worden. In dit geval zal de bank niet erg genegen zijn om mee te werken aan de verdeling van de schulden. De bank kan de schuld namelijk opeisen bij beide ex-echtgenoten. In geval van verdeling, zal de bank de lening niet bij de ander kunnen opeisen.

De ex-echtgenoten kunnen wel met elkaar afspreken dat bepaalde schulden door de één en andere schulden door de ander zullen worden betaald. De ander kan wel worden aangesproken door de schuldeiser als de schuld door één van beide niet wordt betaald. Dit wordt ook wel hoofdelijke aansprakelijkheid genoemd. De ex-echtgenoten kunnen uiteraard wel een vordering op elkaar hebben, als de ene meer dan de (eigen) helft heeft betaald.
Het onderling verdelen van schulden tussen de ex-echtgenoten is gewoon mogelijk. Maar een schuldeiser kan niet gedwongen worden daaraan mee te werken.

Apeldoorn, 20 februari 2017
C. Karharman

* Vindplaats: ECLI:NL:GHDHA:2016:4126