Door mr. drs. Christian Huijsmans, advocaat familierecht bij Advocatenkantoor Zeeland in Goes.
30 november 2020

In dit webartikel bespreek ik wat uitgekleed ouderlijk gezag inhoudt. Ook bespreek ik een recente ontwikkeling. Het Gerechtshof Den Haag en het Gerechtshof Amsterdam hebben namelijk in 2020 besloten dat uitgekleed gezamenlijk gezag niet kan worden toegekend.

Uitgangspunt: samen beslissen

Wanneer twee ouders gaan scheiden, behouden zij volgens de hoofdregel het gezamenlijk gezag over de kinderen. Voor stellen die niet gehuwd zijn, geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan en nog niets hebben geregeld ten aanzien van het gezamenlijk ouderlijk gezag, geldt dat de vader op het moment waarop dit webartikel is geschreven nog niet automatisch het gezag heeft. In bijna alle gevallen heeft de vader hier na het verbreken van de relatie wel recht op, zie artikel 1:253c BW.

Het is dus de bedoeling dat beide ouders na hun scheiding samen belangrijke beslissingen blijven nemen over medische behandelingen, schoolkeuze, verhuizing, enzovoorts. Toch kunnen hier dusdanige conflicten over ontstaan, dat het gaandeweg niet meer in het belang is van een kind dat de ouders het gezamenlijk gezag voortzetten. Bijvoorbeeld omdat de ruzies ervoor zorgen dat er geen (goede) beslissingen meer genomen kunnen worden.

Kinderrechters beslissen overigens niet zo snel om in zo’n situatie slechts één ouder met gezag te belasten. Tenzij één van de ouders bijvoorbeeld onvindbaar is, herhaaldelijk weigert om toestemming te geven voor een vakantie of voor de afgifte van een paspoort, en in nog een aantal andere gevallen.

Tussenoplossing: uitgekleed ouderlijk gezag

Sommige kinderrechters en advocaten zijn daarom op zoek gegaan naar een tussenoplossing. Daarbij krijgt één van de ouders ‘uitgekleed gezag’. Dit wordt ook wel een ‘maatwerkbeslissing’ genoemd. Daarbij wordt het gezamenlijk gezag in stand gelaten, maar wel onder voorwaarden. Een veel gehanteerde voorwaarde is dat één van de ouders het nemen van bepaalde beslissingen aan de andere ouder zal overlaten. Let wel: die andere ouder moet nog steeds eerst het overleg aangaan, maar mag uiteindelijk de knoop doorhakken. De kinderrechter zal wel duidelijk in de beslissing moeten vermelden welke beslissingen alsnog door slechts één ouder genomen mogen worden.

Een uitgekleed gezag heeft een aantal grote voordelen. Hierdoor kunnen veel toekomstige discussies worden voorkomen tussen ouders waarvan is gebleken dat zij veel beslissingen niet meer in onderling overleg kunnen nemen. De ene ouder verliest ook niet alle zeggenschap ten koste van de andere ouder. Maar als één van de ouders het per definitie niet eens is met alle beslissingen van de andere ouder, heeft uitgekleed gezag als tussenoplossing niet veel zin meer.

Nieuwe ontwikkeling: uitgekleed ouderlijk gezag in strijd met de wet

Op 25 maart 2020 heeft het Gerechtshof in Den Haag een belangrijke beslissing genomen over het uitgekleed gezag. Het Gerechtshof oordeelde dat er geen wettelijke basis is om het gezag van één van de ouders te beperken. Oftewel: er staat nergens in de wet dat de mogelijkheid bestaat om het gezag op die manier te beperken. Een beperkte vorm van gezag kan volgens het Gerechtshof ook niet worden geregistreerd in het gezagsregister. Voor buitenstaanders is dan ook niet kenbaar wie welke beslissingen mag nemen. Het Gerechtshof Amsterdam besliste dit vervolgens op 16 november eveneens.

Het is voor het Gerechtshof Den Haag alles of niets: of beide ouders behouden het gezag, of het gezag wordt afgenomen van één van de ouders. Voor de vader in deze zaak had dit tot het gevolg dat hij geen gezamenlijk gezag kreeg.

Vanuit juridisch oogpunt kwam deze beslissing niet zomaar uit de lucht vallen. Er was al langere tijd kritiek op het uitgekleed gezag. Niet omdat het geen voordelen heeft, want dat heeft het zeker. Maar omdat het niet geregeld is in de wet. Vooralsnog moeten ouders er dus van uit gaan dat in de nabije toekomst een uitgekleed gezag niet mogelijk is. Het is nu afwachten of de wet veranderd gaat worden. Daar is natuurlijk een meerderheid voor nodig in de Tweede Kamer.

Wat betekent deze ontwikkeling voor ouders die al uitgekleed gezag hebben? De eerste gedachte is dat zij zich onderling zullen moeten houden aan een onherroepelijke beslissing van de rechter. Alleen als er een wijziging van omstandigheden is zal één van de ouders de kinderrechter kunnen vragen om een nieuwe beslissing te nemen.

Overigens kunnen ouders in onderling overleg uiteraard nog wel afspreken dat één van hen bepaalde beslissingen zal nemen.
Dit artikel is geschreven door mr. Christian Huijsmans, advocaat bij Advocatenkantoor Zeeland in Goes. Voor vragen kunt u contact opnemen: 0113-277000 of huijsmans@advocatenkantoorzeeland.com