Als echtgenoten gaan scheiden of hun geregistreerd partnerschap gaan ontbinden komt de vraag aan de orde of een der echtgenoten behoefte heeft aan een financiële bijdrage in zijn/haar levensonderhoud. Als deze vraag bevestigend is beantwoord wordt vervolgens berekend of de andere echtgenoot voldoende draagkracht heeft om in die behoefte te voorzien. Kinderen tot 21 jaar hebben per definitie behoefte aan een financiële bijdrage.

Peildatum voor de beantwoording van de vraag of en zo ja hoe hoog de behoefte van de partner en de kinderen is, is het jaar van de feitelijke scheiding. Bij ondernemers wordt echter gekeken naar de gemiddelde behoefte in het jaar van feitelijk uit elkaar gaan én, meestal, twee of drie daaraan voorafgaande jaren.

Bij de berekening van de hoogte van de behoefte wordt met de navolgende financiële middelen van beide partners rekening gehouden, uiteraard indien van toepassing:
1) de behaalde winst uit onderneming;
2) het inkomen uit loondienst;
3) de ontvangen uitkeringen uit bijvoorbeeld een arbeidsongeschiktheids- of lijfrentepolis;
4) inkomsten uit vermogen;
5) onttrekkingen uit de onderneming/opnamen via rekening-courant ten behoeve van privé-uitgaven.

Onttrekkingen verhogen derhalve de behoefte!

Op de vaststelling van de behoefte van de behoeftige echtgenoot wordt vervolgens zijn/haar eigen inkomen/winst/uitkering in mindering gebracht. Hetgeen resteert is de aanvullende behoefte.

Als de aanvullende behoefte is berekend wordt vervolgens berekend of de andere echtgenoot voldoende financiële draagkracht heeft om in de aanvullende behoefte te voorzien.

Tot voor kort hielden rechters bij de berekening van de draagkracht geen rekening met onttrekkingen ten behoeve van privé-uitgaven. De achterliggende gedachte was dat van een ondernemer niet verlangd kon worden dat hij door het betalen van alimentatie inteerde op zijn ondernemingsvermogen.

In deze gedachte lijkt nu een kentering te komen. Inmiddels blijkt uit meerdere uitspraken van zowel het gerechtshof als de rechtbank dat ook bij de vaststelling van de draagkracht de onttrekkingen worden meegenomen. Met name in die situaties waarbij er voldoende overwaarde in de onderneming aanwezig is terwijl het jaarlijkse rendement relatief laag is of de DGA zich een relatief laag salaris laat uit betalen.

Onttrekkingen verhogen derhalve de draagkracht!

Dus ondernemers en DGA’s: als u gelden onttrekt aan uw onderneming vóór de echtscheiding dan loopt u het risico dat u na een echtscheiding een hogere alimentatie gaat betalen dan zonder de onttrekkingen het geval zou zijn geweest.

Heeft u in een situatie als deze hulp nodig, wilt u advies of wenst u overleg, dan kunt u contact opnemen met ons opnemen.

https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/van-as-advocaten-den_bosch/” target=”_blank”>Mevr. mr. Mariette Lhoëst-van de Ven
073 – 7600 149
https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/van-as-advocaten-den_bosch/” target=”_blank”>Rottier advocaten
’s-Hertogenbosch