Esther en Izaak wonen samen en zijn verloofd. Ze hebben allebei een goed inkomen en betalen de helft van de woonlasten. Ze willen afspreken dat ze over en weer geen recht hebben op partneralimentatie wanneer ze trouwen en onverhoopt gaan scheiden. Kan dat?

Het is niet mogelijk om vóór het huwelijk af te spreken dat wordt afgezien van partneralimentatie bij scheiding. Hieronder kun je meer lezen over wat gedurende en na verschillende perioden van samenzijn wel mogelijk is.

Geen noodzaak tijdens samenwoning

Zolang Esther en Izaak samenleven, hebben ze gedurende en na de relatie geen recht op partneralimentatie. Voor die situatie hoeven zij geen afspraken te maken.

Zij kunnen ervoor kiezen een samenlevingsovereenkomst te sluiten. In die overeenkomst kunnen afspraken worden opgenomen over de verdeling van de kosten van de huishouding. Esther en Izaak kunnen tijdens de samenleving afspraken maken over de wijze waarop zij in elkaars financiële behoeften voorzien. Het is zelfs mogelijk om af te spreken dat de een tegenover de ander na ontbinding van de samenlevingsovereenkomst gehouden is tot het betalen van partneralimentatie. Nemen ze een dergelijke clausule niet op in de samenlevingsovereenkomst, dan hebben zij over en weer geen recht op partneralimentatie na beëindiging van de samenleving.

Geen partneralimentatie tijdens huwelijk

Zodra Esther en Izaak huwen, gaan specifieke rechten en plichten gelden. Deze rechten en plichten zijn geregeld in de wet. Gedurende het huwelijk zijn zij bijvoorbeeld verplicht elkaar het nodige te verschaffen. Zij moeten allebei naar evenredigheid van hun inkomens bijdragen aan de kosten van de huishouding.

Mochten zij scheiden, dan volgt uit de wet een partneralimentatieplicht. Die plicht komt voort uit de lotsverbondenheid en de daardoor gecreëerde solidariteit (de gevolgen van het enige tijd samen zijn) en mogelijke plicht tot compensatie voor de huwelijksgerelateerde vermindering van de verdiencapaciteit (bijvoorbeeld doordat Esther minder inkomen had vanwege de zorg voor de kinderen). Een recht op partneralimentatie zal dan pas worden beoordeeld aan de hand van de wet en de alimentatierichtlijnen.

Het is voor Esther en Izaak mogelijk om huwelijkse voorwaarden overeen te komen en afspraken te maken over de verdeling van de kosten tijdens het huwelijk. De mogelijkheid tot het maken van dergelijke afspraken bestaat zowel bij aanvang als tijdens het huwelijk. Voor geregistreerde partners geldt eenzelfde mogelijkheid. Als Esther en Izaak willen afwijken van de wet, dan zullen zij een notaris moeten inschakelen voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden.

Esther en Izaak willen weten of ze vóór het aangaan van hun huwelijk de mogelijkheid hebben om af te spreken dat zij afzien van partneralimentatie bij scheiding. Deze mogelijkheid hebben zij niet. Als vaste rechtspraak geldt dat een vóór het huwelijk gesloten alimentatie-overeenkomst niet valt binnen de grenzen van artikel 1:158 BW en op grond van artikel 1:400 lid 2 BW dus nietig is. Ook als Esther en Izaak een dergelijke alimentatie-afspraak opnemen in hun huwelijkse voorwaarden is deze afspraak niet geldig.

Afspraken in het kader van de scheiding of daarna

Welke mogelijkheden hebben zij dan wel? Uit artikel 1:158 BW volgt dat Esther en Izaak in het kader van een voorgenomen scheiding of na de afgifte van de beschikking tot echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap afspraken kunnen maken over de partneralimentatie. Op dat moment hebben zij ook de mogelijkheid om af te zien van partneralimentatie. Als het Esther en Izaak niet lukt om met elkaar afspraken te maken, dan kan de beslissing aan de rechter worden overgelaten.

Wil je meer weten over (partner)alimentatie of een alimentatieberekening laten maken? Onze specialisten helpen jou graag verder.