Gaat u trouwen in 2018? Dan zal de nieuwe wet “beperking wettelijke gemeenschap van goederen” van toepassing zijn op uw huwelijksvermogen.

Hoe is het nu geregeld?

Nederland kent als een van de weinige landen ter wereld nog het principe van een algehele gemeenschap van goederen. Wanneer men vandaag de dag in het huwelijksbootje stapt (of een geregistreerd partnerschap aangaat) ([waar in dit gehele artikel wordt gesproken over huwelijk en over zaken/gevolgen die betrekking hebben op het huwelijk, wordt eveneens een geregistreerd partnerschap en zaken/gevolgen die betrekking hebben op het geregistreerd partnerschap bedoeld]), is men nu automatisch getrouwd in gemeenschap van goederen. Dit houdt in dat, wanneer partijen gaan scheiden, alle bezittingen en schulden bij helfte zullen worden gedeeld. Ook bezittingen en schulden die men vóór het huwelijk had, worden hierin meegenomen. Indien men niet in gemeenschap van goederen wil trouwen, moet men voordat men trouwt huwelijkse voorwaarden bij de notaris laten opstellen. Dit is een akte waarin eigen regels over de verdeling van schulden en bezittingen kunnen worden vastgelegd.

Uitzonderingen

Er zijn echter wel een paar uitzonderingen op de hoofdregel dat alle bezittingen en schulden worden verdeeld. Zo vallen erfenissen en schenkingen niet in de gemeenschap van goederen als dit in het testament of bij de schenking is bepaald door middel van een zogeheten uitsluitingsclausule. Ook vallen verknochte goederen en schulden niet in de gemeenschap van goederen. Verknochte goederen of schulden zijn goederen of schulden die op bijzondere wijze aan de betreffende persoon zijn verbonden. Dit geldt ook voor opgebouwd pensioen. Vaak vindt er bij een echtscheiding wel een verdeling plaats van pensioenrechten (pensioenverevening).

Hoe wordt het straks?

De nieuwe wet (beperkte gemeenschap van goederen) zal alleen gelden voor nieuw te sluiten huwelijken met ingang van 2018, derhalve na de inwerkingtreding van de wetswijzing.

Indien de aanstaande partners vooraf niets afspreken, zal (onder andere) het volgende gelden. Al het vermogen en de schulden die de partners al hadden voor het sluiten van het huwelijk, blijven ook na het huwelijk privévermogen- of schuld. Alleen wat partners verwerven tijdens huwelijk, zal behoren tot de huwelijksgemeenschap (beperkte gemeenschap van goederen). Ook erfenissen en schenkingen vallen er automatisch buiten. Alles wat door een schenking of erfenis is verkregen of zal worden verkregen, blijft of wordt dus automatisch privévermogen. Alleen wanneer bijvoorbeeld de erflater expliciet heeft bepaald dat het vermogen uit de erfenis de beide partners zal toekomen, zal het gaan behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap. Wie toch in algehele gemeenschap van goederen wenst te trouwen, zal dit door de notaris moeten laten vastleggen. Dit is derhalve precies het omgekeerde van de huidige situatie.

Samengevat geldt dat de navolgende vermogens niet meer in de gemeenschap zullen vallen:
• erfenissen en schenkingen (zowel voor als tijdens het huwelijk ontvangen);
• bezittingen die de beide partners voor het huwelijk al bezaten, met uitzondering van bezittingen die al gezamenlijk eigendom waren (bijvoorbeeld een gezamenlijke woning);
• schulden die de beide partners voor het huwelijk hadden, met uitzondering van gezamenlijke schulden voorafgaand aan het huwelijk (bijvoorbeeld een hypotheek op beider naam).

Wat voor impact heeft de nieuwe wet op ondernemers?

Voor ondernemers zal gelden dat de onderneming buiten de huwelijksgemeenschap valt. Het voorhuwelijkse ondernemingsvermogen blijft dus de algemene regels van de beperkte gemeenschap volgen. Er dient wel aan de gemeenschap een redelijke vergoeding te worden toegekend voor de kennis, vaardigheden en arbeid die de echtgenoot/ondernemer heeft verricht voor de onderneming. Dit geldt echter alleen voor zover een dergelijke vergoeding niet al op een andere wijze ten bate van beide partners is gekomen. Wat redelijk is laat de wet zich niet over uit. Dit lijkt in feite op een soort periodiek verrekenbeding zoals we dat kennen bij huwelijkse voorwaarden. Als het ondernemingsvermogen of de aandelen in de B.V. behoren tot het privévermogen van de ondernemer, zal door dit verrekenbeding het overgespaard inkomen verrekend moeten worden. In de praktijk wordt dit zelden “boekhoudkundig” uitgevoerd, hetgeen dan weer tot een doemscenario leidt bij een scheiding. Er zijn situaties waarbij de rechter heeft bepaald dat door het ontbreken van een deugdelijke administratie het vermogen verdeeld wordt alsof er een gemeenschap van goederen bestaat. Voor ondernemers brengt dit nieuwe voorstel derhalve geen voordeel, maar wel veel administratieve rompslomp.

Conclusie

Het ziet ernaar uit dat de nieuwe wet veel administratieve rompslomp met zich mee zal brengen. De schulden en de vermogens zullen dus goed gedocumenteerd moeten worden, om achteraf allerlei problemen te voorkomen. Praktijk is dat ook nu door vrijwel niemand een in de huwelijksvoorwaarden opgenomen periodiek verrekenbeding wordt uitgevoerd.

Voor vragen over huwelijksvermogen of andere vragen op het gebied van personen- en familierecht, kunt u uiteraard contact met mij opnemen of met één van onze andere advocaten op telefoonnummer 055- 521 24 91.

mr. S. Karagan