Ondernemingsraden (OR) hebben op grond van artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) instemmingsrecht op bepaalde besluiten van de werkgever. Onder dit instemmingsrecht vallen onder meer regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Arbeidsomstandigheden omvatten de aangelegenheden die te maken hebben met de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in verband met de arbeid. Ook eventuele coronamaatregelen die een werkgever wil nemen, zijn onderhevig aan instemming van de OR.

Eind november 2021 is door het voormalig kabinet het wetsvoorstel Tijdelijke wet verbreding inzet coronabewijzen ingediend. Met dit voorstel wordt de inzet van het coronatoegangsbewijs verder uitgebreid. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat het coronatoegangsbewijs in sommige gevallen ook op de werkvloer en bij het bezoeken van bepaalde locaties kan worden ingezet (horeca en cultuur) als dat noodzakelijk is met het oog op de vermindering van de overdracht van het coronavirus. De behandeling van het desbetreffende wetsvoorstel is uitgesteld tot begin 2022, omdat een aantal Kamerleden kritische vragen hadden betreffende het passeren van de ondernemingsraad (OR) of de personeelsvertegenwoordiging (PvT). Immers mogelijk wordt het instemmingsrecht van de OR omzeild bij de invoering van het coronatoegangsbewijs.

Het instellen van het coronatoegangsbewijs als een vereiste om naar kantoor te komen (daar waar het risico op besmettingen hoog is) is namelijk een besluit dat in beginsel onder artikel 27 WOR valt en dus instemming van de OR vereist. De OR moet dan afwegen of ze dat een proportionele maatregel vindt, voor de branche waarin deze werkgever werkzaam is. In niet alle branches zal het namelijk noodzakelijk zijn om een dergelijke maatregel in te voeren en zou hetzelfde (beoogde) resultaat, namelijk waarborging van de gezondheid van de medewerkers, op een minder ingrijpende wijze bereikt kunnen worden.

Het is volgens het wetsvoorstel niet nodig om een coronatoegangsbewijs te tonen om toegang te krijgen tot een werkplek als een werkgever op een andere wijze zorgdraagt voor een beschermingsniveau dat vergelijkbaar is met het beschikken over een coronatoegangsbewijs. Bepaalde werkgevers kunnen dus op basis van het wetsvoorstel, onder voorwaarden, alternatieve maatregelen treffen, welke normaliter onderhevig zouden zijn aan het instemmingsrecht van de OR, daar het een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden in de zin van artikel 27 lid 1 sub d WOR behelst. De (voormalig) minister heeft echter reeds aangegeven dat dergelijke alternatieve maatregelen niet instemmingsplichtig zijn.

Dus zowel bij branches waar coronatoegangsbewijzen als vereisten gaan gelden om naar kantoor te komen, als bij branches waar alternatieve maatregelen kunnen worden genomen, wordt volledig aan de OR voorbij gegaan. Een dergelijke maatregel van het (voormalige) kabinet zou het instemmingsrecht van de OR een gevoelige tik geven.Bent u lid van een ondernemingsraad of werkgever en wilt u meer weten over de rechten van de ondernemingsraad? Neemt u dan gerust contact met mij op.