Uitbreiding van de mogelijkheid om woonruimte tijdelijk te (ver)huren

Per 1 juli 2016 is de wet doorstroming huurmarkt 2015 in werking getreden. Deze wet heeft een aantal veranderingen in het (ver)huren van woonruimte meegebracht. Deze veranderingen, die (slechts) gelden voor huurovereenkomsten die ingaan op of na 1 juli 2016, zal ik hieronder kort toelichten.

Vóór 1 juli 2016

Voorheen was het slechts beperkt mogelijk om woonruimte tijdelijk te (ver)huren, zonder dat de huurder zich kon beroepen op huurbescherming. Indien er sprake was van verhuur van woonruimte die ‘naar zijn aard van korte duur’ was, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij de (ver)huur van een vakantiehuisje, heeft de huurder geen recht op huurbescherming. Hetzelfde geldt indien er sprake is van (ver)huur van woonruimte op grond van de Leegstandswet, bijvoorbeeld indien uw woning te koop staat en u deze tijdelijk wenst te verhuren. In de overige gevallen had de huurder recht op huurbescherming, waardoor de verhuurder de huurovereenkomst slechts kon beëindigen indien was voldaan aan de wettelijke vereisten, zoals een geldige opzeggingsgrond. Deze opzeggingsgronden zijn in artikel 7:274 BW opgesomd.

Vanaf 1 juli 2016

Ten eerste is de mogelijkheid om woonruimte tijdelijk te verhuren uitgebreid. Vanaf 1 juli 2016 bestaat de mogelijk om een zelfstandige woonruimte te (ver)huren voor een maximale periode van 2 jaar. Voor onzelfstandige woonruimte (=kamer) geldt een maximale periode van 5 jaar. Daar komt bij dat deze tijdelijke huurovereenkomst van rechtswege eindigt, mits de verhuurder tijdig de huurder schriftelijk heeft geïnformeerd over het feit dat de huurovereenkomst afloopt. De verhuurder dient dit niet eerder dan drie maanden en niet later dan één maand voorafgaand aan de einddatum te doen. Het voorgaande houdt in dat deze tijdelijke huurovereenkomst niet hoeft te worden opgezegd.

Maar, verzuimt de verhuurder om de huurder tijdig schriftelijk te informeren, dan wordt de tijdelijke huurovereenkomst vanaf de overeengekomen einddatum verlengd voor onbepaalde tijd. Dit heeft als gevolg dat de huurder recht op huurbescherming heeft en de huurovereenkomst wel dient te worden opgezegd.

Daarnaast geldt dat de huurder de huurovereenkomst tussentijds kan opzeggen. In de huurovereenkomst kan daarvan niet worden afgeweken. Tevens kan de verhuurder niet meer dan één keer een tijdelijke huurovereenkomst aangaan met dezelfde huurder. Gebeurt dit toch, dan is deze tweede “tijdelijke” huurovereenkomst automatisch aangegaan voor onbepaalde tijd. Wederom met als gevolg dat de huurder recht heeft op huurbescherming.
Het voorgaande geldt slechts in beperkte mate voor woningcoöperaties.

Overige wijzigingen

Daarnaast is de opzeggingsgrond wegens dringend eigen gebruik uitgebreid. De omschrijving van dringend eigen gebruik is opgenomen in artikel 7:274 lid 1 onder c en lid 3 BW. Hiervan was reeds sprake bij renovatie van woonruimte en bij de verhuur van een gehandicapte-, ouderen- of studentenwoning. Per 1 juli 2016 is deze opzeggingsgrond uitgebreid met de jongerenwoning, de promovendiwoning en de woning bestemd voor grote gezinnen (minimaal 8 personen). Zie hiervoor de artikelen 7:274a tot en met 7:274f BW.

Ook is de zogenaamde “diplomatenclausule” uitgebreid. Voorheen was het slechts éénmaal mogelijk om een woonruimte voor bepaalde duur te verhuren, indien de verhuurder de woonruimte tijdelijk verliet, bijvoorbeeld om tijdelijk in het buitenland te wonen in verband met werk, om na het verstrijken van de afgesproken periode weer in de woonruimte terug te keren. De omschrijving hiervan is opgenomen in artikel 7:274 lid 1 onder b en lid 2 BW. In de huurovereenkomst dient uitdrukkelijk te worden opgenomen dat de huurder de woonruimte na afloop van de afgesproken periode dient te ontruimen. Deze mogelijkheid staat ook open voor tussenhuur: wanneer de verhuurder de woning nog niet zelf heeft bewoond of verhuurd en deze na afloop van de overeengekomen termijn zelf wil betrekken. Per 1 juli 2016 is het mogelijk om de tijdelijke afgesproken periode te verlengen met wederzijds goedvinden. Dit dient te worden overeengekomen voor het verstrijken van de oorspronkelijk overeengekomen periode.

Tot slot kan de huurder tot 6 maanden na aanvang van de huurovereenkomst de aanvangshuurprijs laten toetsen door de Huurcommissie. De huurder die een woonruimte tijdelijk huurt heeft deze mogelijkheid zelfs tot 6 maanden na afloop van de tijdelijke huurovereenkomst.

Tip

Uit het voorgaande blijkt dat de regels met betrekking tot het (ver)huren van woonruimte vanaf 1 juli 2016 zijn veranderd. Gelet op deze wijzigingen bestaat de kans dat de (ver)huurders daarvan nog niet geheel op de hoogte zijn, waardoor de oude regels nog kunnen worden gehanteerd in uw huurovereenkomst. Let hier dus goed op en mocht u vragen hebben over uw huidige (tijdelijke) huurovereenkomst of over het aangaan van een nieuwe (tijdelijke) huurovereenkomst, neem dan contact met ons op voor juridisch advies.

November 2016, mr. Colin Houth