Met enige regelmaat ontvang ik van eigenaren van een beleggingspand, waarin kamerverhuur (dikwijls aan studenten) plaatsvindt, de vraag of de gemeente terecht handhavend jegens hun optreedt op grond van (strijdigheid met) een vigerend bestemmingsplan.

Alhoewel ieder geval op zich staat, valt er in het algemeen het navolgende over te melden.

Allereerst is van belang wat het ter plaatse geldende bestemmingsplan precies bepaalt. Indien het ter plaatse geldende bestemmingsplan bepaalt dat in de woning maar één huishouden woonachtig mag zijn, dan wordt het legaal verhuren van kamers aan studenten meestal al een lastige situatie. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft namelijk zeer dikwijls middels vaste jurisprudentie naar voren gebracht dat een groep samenwonende studenten geen “huishouden” vormen, als bedoeld in de zin des woords.

Het voorgaande betekent echter nog niet dat, indien u een kamerverhuurpand in uw bezit heeft waar maar één huishouden is toegestaan en de gemeente aan u kenbaar heeft gemaakt dat hier handhavend tegen opgetreden gaat worden (middels een last onder dwangsom of voornemen daartoe), dat het gebruik van het pand als kamerverhuurpand voor studenten alsnog niet gecontinueerd mag worden.

Het kan namelijk zo zijn dat u op basis van het overgangsrecht van het bestemmingsplan wellicht wel uw kamerverhuur ter plaatse mag continueren. Om te bezien of het overgangsrecht van toepassing is, dient echter het geldende bestemmingsplan en het daarvoor geldende bestemmingsplan (en wellicht tevens het daarvoor geldende bestemmingsplan) geraadpleegd te worden.

Het lezen van bestemmingsplannen lijkt op het eerste oog een klus die éénieder kan verrichten, doch de ervaring leert dat de formulering en interpretatie van planregels van een bestemmingsplan voor leken niet eenvoudig te duiden zijn.

Dit heeft enerzijds te maken met de complexe systematiek van een bestemmingsplan, anderzijds komt dat door het gebrek van wetenschap over relevante jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ten aanzien van deze materie.

Tot slot dient eveneens gekeken te worden naar het ter plaatse geldende gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. Ook dit kan – net als het bestemmingsplan – mogelijk aanknopingspunten bieden om de kamerverhuur alsnog te continueren c.q. te legaliseren.

Aangezien er met betrekking tot een beleggingspand behoorlijke financiële belangen op het spel staan, loont het zeker de moeite om voor c.q. bij de aankoop van het pand advies in te winnen van een omgevingsrechtadvocaat.

Dit omgevingsrechtelijke advies kan u in een later stadium een hoop kosten besparen. Een beleggingspand moet namelijk uiteraard (wèl) rendement opleveren.
S.J.H.G.M. (Stan) Schils
Advocaat

Themis Advocaten