Dit is een vraag die familierechtadvocaten heel interessant vinden. Op 1 januari 2018 is de wet gewijzigd en is de beperkte gemeenschap van goederen ingevoerd. Dit betekent voor erfenissen en schenkingen dat deze automatisch buiten de gemeenschap vallen. Deze wet is van toepassing op huwelijken gesloten op of na 1 januari 2018.

Wetgeving tot januari 2018

Tot 1 januari 2018 was dit anders. Toen gold er een algehele gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alleen een erfenis of schenking onder uitsluitingsclausule buiten een huwelijksgemeenschap valt. De schenker of erflater moet dan een uitsluitingsclausule aan de schenking of erfenis verbinden om deze buiten de huwelijksgemeenschap te laten vallen. Een uitsluitingsclausule houdt in dat de schenker of erflater bepaalt dat de verkrijging nooit deel zal gaan uitmaken van een huwelijksgemeenschap, waarin de ontvanger zit of komt te zitten.

Nederland was tot 1 januari 2018 op dit punt een vreemde eend in de bijt ten opzichte van andere landen. Dit heeft zijn weerslag gehad op buitenlandse erfenissen en schenkingen waarvan wellicht de erflater of schenker in de veronderstelling verkeerde dat de verkrijging buiten een huwelijksgemeenschap zou vallen, terwijl dat in werkelijkheid en in Nederland niet het geval was.

Uitspraak gerechtshof Den Haag

Recent (6 oktober 2021) heeft het gerechtshof Den Haag zich gebogen over een soortgelijke vraag. Het ging hier om een man en vrouw die in 1993 in gemeenschap van goederen waren gehuwd. Het Nederlands recht is op het vermogensregime van toepassing. Partijen hebben discussie over de vraag of de woning in Polen die de vrouw in 1989 van haar opa heeft geërfd en een schenking die zij in 2016 van een Poolse tante heeft ontvangen wel of niet in de huwelijksgemeenschap vallen.

Het Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2021:1957) overweegt dat op basis van artikel 1:94 lid 1 BW, zoals deze gold op het moment van de huwelijkssluiting in 1993, de goederen die een echtgenoot krachtens erfrecht of gift verkrijgt in de gemeenschap van goederen vallen, tenzij daarop een uitsluitingsclausule van toepassing is. De Hoge Raad heeft zich in 2017 (ECLI:NL:HR:2017:276) uitgelaten over de vraag of een krachtens buitenlands erfrecht zonder uitsluitingsclausule verkregen onroerende zaak (zoals een woning) in de Nederlandse huwelijksgemeenschap valt. Om deze vraag te beantwoorden moet onderzocht worden of er omstandigheden zijn, waardoor het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat de verkrijging tot de huwelijksgemeenschap behoort. Hiervoor zijn verschillende omstandigheden van belang:

1. Of de buitenlandse erflater bedacht kon zijn geweest op de toepasselijkheid van Nederlands huwelijksvermogensrecht en de gevolgen daarvan.
2. Of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de buitenlandse erflater niet heeft gewenst dat die zaken door een huwelijk zouden komen te vallen in de huwelijksgemeenschap waarin de verkrijger is gehuwd of gaat huwen.
3. Of de echtgenoot die vóór het huwelijk krachtens erfrecht naar buitenlands recht goederen heeft verkregen in staat is geweest door het opmaken van huwelijkse voorwaarden te zorgen dat die goederen overeenkomstig de wil van de erflater niet door boedelmenging in een huwelijksgoederengemeenschap vallen.

Als een echtgenoot zich op het vorenstaande wil beroepen, dan is het aan deze echtgenoot om te stellen en zo nodig te bewijzen wat de relevante feiten en omstandigheden zijn. Het is onvoldoende om alleen te stellen dat de buitenlandse verkrijging op basis van het buitenlandse recht niet tot de huwelijksgemeenschap dient te worden gerekend.

Terug naar het Gerechtshof Den Haag en de woning in Polen en de schenking van de Poolse tante. Het hof heeft hier overwogen dat hetgeen de vrouw had aangedragen onvoldoende was om aan te nemen dat de verkrijgingen buiten de huwelijksgemeenschap vallen. Het hof overweegt dat de woning voor de huwelijkssluiting is verkregen en dat het daarom op de weg van de vrouw had gelegen om zich voor het sluiten van het huwelijk te laten voorlichten over de gevolgen van het huwelijk voor de verschillende vermogensbestanddelen. Hierbij is van belang dat de vrouw al jaren in Nederland woonde en werkte. De schenking van de Poolse tante valt ook in de huwelijksgemeenschap. Deze schenking is weliswaar tijdens het huwelijk ontvangen, maar het had op de weg van de vrouw gelegen om zich te laten voorlichten over de gevolgen van de buitenlandse schenking in het licht van het huwelijksvermogensregime waarin zij op dat moment 23 jaar gehuwd was.

Denk na over vermogensrechtelijke en financiële gevolgen, voorafgaande aan een huwelijk

Hieruit blijkt maar weer dat iedereen in Nederland zo’n beetje jurist mag zijn om de (financiële) zaken goed op orde te hebben. Uiteraard is niet iedereen dat. Er rust wel een duidelijke inspanningsverplichting en onderzoeksverplichting op (in dit geval) de vrouw. Niet iedereen is zich er van bewust dat niet alleen aan scheiden grote financiële gevolgen zitten. Dat is bij trouwen ook het geval. Het kan dan ook geen kwaad om goed na te denken, ook over de vermogensrechtelijke en financiële gevolgen, voorafgaande aan een huwelijk. Bezit eer gij begint/bemint. Gelukkig zijn er de advocaten van Knuwer advocaten Alkmaar. Graag staan wij u met raad en daad bij in juridische vraagstukken.

Hulp en informatie

Wilt u meer weten over dit onderwerp of heeft u andere familierechtelijke vragen? Dan kunt u terecht bij mr. E.S. Martina-Dirks, advocaat en scheidingsmediator te Alkmaar (072-5127117 of dirks@knuweralkmaar.nl).