U weet: wanneer u niet wilt dat uw nalatenschap naar de wettelijke erfgenamen gaat dan moet u een testament maken. Doet u dat niet dan krijgen de in de wet genoemde erfgenamen dus de nalatenschap. En als u getrouwd bent gaat alles naar uw echtgenote / echtgenoot en krijgen de kinderen “alleen” een geldvordering op uw echtgenote. Die is, tenzij bij testament anders is bepaald, alleen opeisbaar wanneer zij failliet verklaard wordt of in de wettelijke schuldsanering komt, of zodra zij overleden is.

Langstlevende

In beide gevallen heb je daar als kind niet zoveel aan, in ieder geval bestaat in beide situaties de kans dat de nalatenschap “op” is wanneer het faillissement is opgeheven of wanneer moeder overleden is.

Als kind heb je er misschien niet zoveel problemen mee wanneer je eigen moeder de nalatenschap van je vader krijgt en opmaakt. Anders kan dat liggen wanneer de langstlevende (ik zal van nu af de politiek correcte aanduidingen gebruiken) niet van eigen vlees en bloed is maar de resultante van een tweede huwelijk van de erflater. Of wanneer de langstlevende besluit om de laatste jaren toch nog zoveel mogelijk plezier van de nalatenschap te hebben door het er met een nieuwe echtgenoot flink van te gaan nemen.

Wilsrechten

De wet bevat enkele regelingen die de mogelijkheden van de langstlevende inperken of die voorkomen dat stiefouders er met de nalatenschap vandoor gaan. Ze worden de “wilsrechten” genoemd en gelden voor de volgende situaties:

Eén van de ouders overlijdt, de langstlevende wil een nieuw huwelijk aangaan:

In dat geval moet de langstlevende op verlangen van het kind goederen aan het kind overdragen met de waarde van de vordering op de langstlevende wegens het eerdere overlijden van de eerste ouder (+ rente). De langstlevende behoudt wel het vruchtgebruik van die goederen, tenzij de langstlevende daarvan afziet.

De langstlevende ouder, die hertrouwd was, overlijdt:

Dan rust bovengenoemde verplichting tot betaling van de vordering wegens het overlijden van de eerste ouder op de stiefouder of op de erfgenamen van die langstlevende ouder. Dan is de stiefouder wegens het overlijden van die langstlevende ouder verplicht het kind van erflater goederen over te dragen met een waarde gelijk aan de vordering van het kind op de stiefouder. De stiefouder behoudt wel het vruchtgebruik van die goederen, tenzij de stiefouder daarvan afziet.

De stiefouder overlijdt:

In dat geval dragen diens erfgenamen aan het kind goederen over met een waarde gelijk aan de vordering van het kind op de stiefouder.

Omvang nalatenschap

Van belang is dat na het overlijden van de eerste ouder wel een beschrijving is gemaakt van de omvang van diens nalatenschap, zodat bekend is welke vordering op de langstlevende bestaat. Als de langstlevende pas vele jaren later besluit een nieuw huwelijk aan te gaan dan kan het lastig worden om achteraf nog een keer vast te stellen waaruit de nalatenschap van de eerst overledene heeft bestaan. Dat is helemaal het geval wanneer de langstlevende hertrouwd was en overlijdt. Het advies moet dus zijn om na het overlijden van de eerst overledene een duidelijke, door alle betrokkenen ondertekende beschrijving van de omvang van diens nalatenschap op te stellen. Als niet iedereen daaraan mee wil werken kan zo’n beschrijving redelijk eenvoudig bij de rechter afgedwongen worden.

Voor meer informatie over wilsrechten of erfrecht in het algemeen kunt u contact opnemen met mr. Hans Stegeman, lid van de sectie Erfrecht

https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/daniels-huisman-advocaten-almelo/” target=”_blank”>mr. Hans Stegeman
Tel: 0547 – 760 012
https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/daniels-huisman-advocaten-almelo/” target=”_blank”>Daniels Huisman Advocaten
Goor