Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 23 juni 2020 invulling gegeven aan het antwoord op de vraag wat een redelijke termijn is die aan de legitimaris mag worden gesteld voor het doen van een beroep op de legitieme.

Uitgangspunten

De wet geeft in artikel 4:85, lid 1 BW aan een belanghebbende het recht om een (klein)kind een termijn te stellen om een beroep te doen op zijn of haar legitieme portie. De wettelijke termijn waarbinnen dit beroep moet worden gedaan is vijf jaren maar kan dus op initiatief van een belanghebbende (langstlevende, executeur, erfgenamen) aanmerkelijk worden verkort. Het enige criterium dat geldt is dat de te stellen termijn een redelijke termijn is.

In het door het Gerechtshof beoordeeld geval, was sprake van meerdere kinderen die hadden geërfd van vader. Het vaderlijk erfdeel was uitbetaald toen moeder overleed op 2 maart 2012. Moeder liet haar nalatenschap na aan één zoon en onterfde derhalve haar overige twee kinderen, onder benoeming van de ervende zoon tot executeur.

De zoon / executeur heeft op 3 april 2012 gevraagd aan de onterfde dochter om hem schriftelijk per post te informeren of zij een beroep zou doen op haar legitieme portie en dat binnen dertig dagen na die datum te laten weten.

De dochter had op voorhand al geïnformeerd naar de omvang van de nalatenschap en in niet al te duidelijke bewoordingen bedoeld aanspraak te maken op haar legitieme portie. In reactie op de brief van 3 april 2012 heeft de dochter gevraagd om een kopie van het origineel testament. Of een expliciet beroep op de legitieme werd gedaan, kwam later in de uitspraak (ook) ter discussie te staan maar dat is voor het onderwerp van dit artikel niet belangrijk.

Op 20 januari 2017 heeft de dochter in ieder geval alsnog een duidelijk beroep op de legitieme laten doen, net binnen de wettelijke termijn van vijf jaren.

Oordeel Gerechtshof

Het gerechtshof (ECLI:NL:GHSHE:2020:1937) oordeelde dat omdat de zoon / executeur niet was ingegaan op het informatieverzoek van de onterfde dochter de gehanteerde termijn van 30 dagen niet redelijk was.

Daarmee heeft het Gerechtshof feitelijk twee zaken vastgesteld, namelijk: impliciet dat in het algemeen een termijn van dertig dagen genoeg kan zijn om het verval van de aanspraak op de legitieme te bewerkstelligen maar juist ook expliciet dat aan de hand van specifieke omstandigheden van het geval (in dit geval informatievoorziening) zal moeten worden bekeken of die termijn redelijk te noemen is.

Overigens is in de procedure ook het (beperkte) belang bij de korte termijn van de executeur zelf ter discussie gesteld maar dat speelde voor het Gerechtshof geen rol van betekenis. Het komt althans niet terug in de overwegingen.

Belang voor de praktijk als (register)executeur

Executeurs die ook belast zijn met de bereddering en afwikkeling van de nalatenschap (twee- en driesterrenexecuteurs) hebben regelmatig belang bij het snel kennen van de financiële verplichtingen van de nalatenschap, waaronder begrepen de schulden in verband met legitieme porties. Dat is onder meer van belang voor de vraag of goederen zullen moeten worden verkocht om aan die verplichtingen te kunnen voldoen (en eventueel daarna te kunnen verdelen) maar ook voor het doen van de aangifte erfbelasting.

Sterker nog: het is niet denkbeeldig dat een executeur die zich laat verrassen door een laat beroep op een legitieme portie de nalatenschap (en daarmee de erfgenamen) daardoor schade toebrengt aan de erfgenamen. Denk aan de situatie waarin al een partiële verdeling heeft plaatsgevonden, zonder acht te slaan op het risico van dit beroep op de legitieme, waardoor het vermogen ontoereikend wordt.

In de rechtspraak of parlementaire geschiedenis was nooit expliciet uitgemaakt wat een redelijke termijn was maar in de literatuur was wel bepleit dat dit naar omstandigheden moest worden beoordeeld.

Het lijkt er nu op dat Gerechtshof ’s-Hertogenbosch in elk geval een termijn van dertig dagen niet onredelijk vindt. Daarbij is dan wel van belang dat de redelijke verzoeken van de legitimaris die voor of tijdens het ingaan van de termijn worden gedaan door de legitimaris voldoende zijn of worden ingewilligd.

Praktijk: Inkorten vervaltermijn 4:85, lid 1 BW

Het inkorten van de termijn van vijf jaren voor het doen van een beroep op de legitieme door een executeur is dus mogelijk, zelfs tot dertig dagen.

Daarvoor is nodig dat de persoon die de termijn wil inkorten een voldoende belang heeft. Het zal daarom moeten gaan om een erfgenaam, een executeur, een persoon die door de erfgenamen is aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen of een vereffenaar dan wel de langstlevende partner (voor zover die het voorgaande niet al was).

De belanghebbende zal het volgende naar voren moeten brengen:
a. Dat er sprake is van het overlijden van de ouder (voor zover dat nog niet bekend was);
b. Dat de geadresseerde onterfd is (onder het verstrekken van bewijs daarvan, dat zal meestal een verklaring van erfrecht zijn);
c. Dat de geadresseerde binnen dertig dagen na dagtekening de gelegenheid heeft om een beroep te doen op de legitieme, op straffe van verval van het recht daarop (om niets aan onduidelijkheid over te laten);
d. Alle mogelijke informatie waarom door de geadresseerde al werd gevraagd.

Niet uitgesloten is dat een verzoek om informatie tijdens de termijn, ertoe leidt dat de termijn wordt verlengd of opnieuw moet worden gesteld. Dat geldt met name indien er aanzienlijke informatie moet worden verstrekt en het onterfde kind een redelijk belang heeft om die informatie nog te bestuderen of te laten beoordelen.

Het verdient aanbeveling de mededeling per aangetekende en per gewone post (of email met leesbevestiging) te versturen.

Mr. Roeland Maat, advocaat in de zaak die leidde tot de uitspraak en tevens auteur van dit artikel, is als erfrechtspecialist in staat en bereid executeurs, erfgenamen en andere belanghebbenden bij te staan bij het verzorgen van de informatie, zo nodig een boedelbeschrijving en de brief waarmee de termijn kan worden gesteld die kan leiden tot een beroep op de legitieme of het verval van het recht daarop.

Mr. Maat is werkzaam bij Advocatenkantoor Zeeland in Goes (0113277000 / maat@advocatenkantoorzeeland.com).