Wat zijn de juridische vereisten voor het ontstaan van een betalingsverplichting bij consumentenaankopen?
De Hoge Raad heeft middels beantwoording van twee prejudiciële vragen rechtszekerheid verschaft omtrent de vraag op welk moment een consument zich contractueel tot een betalingsverplichting verbindt bij het aangaan van een online consumentenovereenkomst. In deze uitspraken heeft de Hoge Raad bevestigd dat er strikte eisen gelden voor de totstandkoming van een betalingsverplichting, waarbij uit de tekst op de bestelknop ondubbelzinnig moet blijken dat de consument een betalingsverplichting aangaat. Gebeurd dit niet? Dan heeft dit verregaande gevolgen, aldus de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een bestelknop met de aanduidingen ‘bestellen’, ‘bestelling plaatsen’ of ‘bestelling afronden’ onvoldoende eenduidig is om een betalingsverplichting voor de consument te laten ontstaan. Voor het ontstaan van een dergelijke verplichting dient, overeenkomstig artikel 6:230v BW en het Europese consumentenrecht, de tekst op de knop ondubbelzinnig en helder te zijn, zodat elke misvatting over het ontstaan van een betalingsverplichting wordt uitgesloten. De Hoge Raad benadrukt dat een bestelknop enkel aan deze eisen voldoet indien de aanduiding zodanig informatief is dat de consument op duidelijke wijze wordt gewezen op de consequentie dat door het klikken op de knop een betalingsverplichting ontstaat. Dit strikte vereiste vloeit mede voort uit de juridische en financiële gevolgen die een dergelijke betalingsverplichting voor de consument met zich meebrengt.
Achtergrondinformatie
In twee arresten van de Hoge Raad van 4 oktober 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1366 en ECLI:NL:HR:2024:1355) heeft de rechtbank Rotterdam prejudiciële vragen voorgelegd inzake het rechtsvraagstuk betreffende de betalingsverplichting bij online consumentenovereenkomsten. Gezien het feit dat er veel procedures worden gevoerd naar aanleiding van dergelijke overeenkomsten, en dat hierbij sprake is van uiteenlopende rechtspraak door verschillende rechters, achtte de rechtbank het noodzakelijk om door middel van prejudiciële vragen rechtszekerheid en uniforme rechtstoepassing te bevorderen.
In de eerste zaak betrof het een consument die zich had ingeschreven voor een opleiding tot doktersassistent, welke zij na enige tijd eigenhandig beëindigde. Om haar inschrijving voorafgaand aan de aanvang van de opleiding te bevestigen, had zij gebruikgemaakt van een knop met de aanduiding ‘schrijf je nu in’. Het opleidingsinstituut vorderde betaling van het resterende lesgeld voor de gehele cursus. De rechtbank oordeelde in eerste aanleg dat de bestelknop niet voldeed aan de vereisten zoals bepaald in de wet, waardoor de overeenkomst vernietigbaar was. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de aanduiding op de knop niet voldeed aan de wettelijke informatieplicht, waardoor er geen betalingsverplichting tussen het opleidingsinstituut en de consument is ontstaan, hetgeen de overeenkomst vernietigbaar maakt. Echter, de Hoge Raad besliste eveneens dat de consument, ondanks de vernietigbaarheid van de overeenkomst, naar redelijkheid gehouden is een vergoeding te betalen voor de reeds door het opleidingsinstituut geleverde diensten.
In de tweede zaak betrof het een procedure aangespannen door de e-commerce gigant Bol.com, waarbij een consument via de webshop artikelen had besteld met de optie ‘achteraf betalen’, zonder vervolgens deze betaling te voldoen. Bol.com vorderde daarop de betaling van de openstaande bedragen. De Hoge Raad oordeelde ook in deze zaak dat de tekst op de gebruikte bestelknop niet voldeed aan de vereisten van de wettelijke informatieplicht, waardoor voor de consument niet ondubbelzinnig duidelijk was dat er een betalingsverplichting was ontstaan. Dit leidde tot de (gedeeltelijke) vernietigbaarheid van de overeenkomst.
Gevolgen?
Uit de uitspraken is duidelijk geworden dat er meer specifieke handvatten zijn geboden voor de interpretatie van artikel 6:230v lid 2 BW met betrekking tot het aangaan van een betalingsverplichting, in overeenstemming met de Europese Richtlijn Consumentenrechten. De Hoge Raad heeft hiermee verduidelijkt hoe bedrijven moeten voldoen aan deze wettelijke informatieplicht bij online consumentenovereenkomsten. Daarnaast is verduidelijkt welke sancties bedrijven kunnen verwachten bij het niet naleven van deze verplichting: de overeenkomst kan geheel of gedeeltelijk worden vernietigd als niet op ondubbelzinnige wijze is aangegeven dat de consument een betalingsverplichting aangaat.
Heeft u als consument een juridisch geschil over een consumentenovereenkomst en bent u van mening dat het betreffende bedrijf u onvoldoende heeft geïnformeerd, waardoor volgens hen een betalingsverplichting is ontstaan die u als onrechtmatig beschouwt? Neem dan gerust contact met ons op via e-mail (gijsbers@adadvocaten.nl) of bel ons op (020 61 81 781).