Buurman A woont al 15 jaar in een nette en rustige buurt en buurman B is daar net komen wonen. Op een zonnig zaterdagmorgen hoort buurman A een hoop kabaal en ziet dan tot zijn grote schrik dat buurman B de schutting aan het wegslopen is. Buurman A is het daarmee beslist niet eens en spreekt buurman B aan. Buurman B meent dat de schutting op zijn grond staat, van hem is en dat hij er dus mee kan doen wat hij wil. Buurman A is het daarmee niet eens en hij meent dat de schutting op de erfgrens staat en daarom van beiden is, zodat buurman A de schutting niet zomaar en zonder overleg mag weghalen.

Dit is zeker géén denkbeeldige situatie, maar een vaak voorkomend probleem tussen buren, dat tot grote ruzies kan leiden.

Wat te doen?

Als uitgangspunt geldt de door het Kadaster geregistreerde grens. Het is dus verstandig om die Kadastrale erfgrens te (laten) bepalen. Staat de schutting op die Kadastrale grens, dan is op grond van de wet sprake van een gemeenschappelijke (ook wel: mandelige) schutting: beide buren zijn mede-eigenaar van de schutting. Buurman B mag de schutting dan dus niet zonder overleg en zonder instemming van buurman A veranderen of weghalen.

Staat de schutting niet op de Kadastrale grens, dan wil dat nog niet zeggen dat buurman B zijn gang kan gaan. Het kan namelijk zo zijn dat de schutting er al heel lang staat. Als in de praktijk al langere tijd een andere grens is aangehouden dan de Kadastrale grens, dan kan het zo zijn dat die feitelijke grens door verjaring de nieuwe juridische erfgrens is geworden. Daarvan is sprake als de schutting al 10 jaar of langer op de plek aanwezig is en iedereen ervan uitging dat de schutting de erfgrens vormde. Er is dan sprake van goeder trouw. Er is echter géén sprake van goeder trouw als men ook maar enigszins twijfelt, had moeten twijfelen of in de openbare registers had kunnen zien dat de erfgrens anders loopt. Buurman A zal dan dus het bewijs moeten leveren dat de schutting al tenminste 10 jaar of deze plek staat en dat iedereen ervan uitging dat dat de juiste plek was en dat ook niemand daaraan hoefde te twijfelen.
Kan buurman A dat niet bewijzen, dan is hij niet te goeder trouw. Ook dan kan buurman B zijn gang echter nog niet gaan. Staat de schutting er namelijk al 20 jaar of langer, dan is geen goeder trouw vereist en mag men dus ook te kwader trouw zijn. De verjaringstermijn is in dat geval dus 20 jaar. Kan buurman A aantonen dat de schutting tenminste 20 jaar op deze plek staat, dan kan de schutting blijven staan en dan kan buurman B daar niets tegen doen!

Tip

Maak goede afspraken met uw buren en leg veranderingen van de erfgrens steeds goed – in bijvoorbeeld een e-mail – vast.

Wij hebben veel ervaring met dit soort burenrechtelijke problemen. Wij kunnen u hierover dan ook uitvoerig adviseren en u behulpzaam zijn bij het oplossen van dit soort geschillen. Neemt u dan ook gerust contact met Helderecht Advocaten op: 055 – 521 24 91.

mr. Marc Molenaar