Een goede buur is beter dan een verre vriend. Maar wat nu als de buren helemaal niet beter zijn dan een verre vriend en er keer op keer wrijving ontstaat? Daarvoor bestaat het zogenoemde burenrecht; de wet biedt in sommige situaties een oplossing.

Hinder

De wet verbiedt de eigenaar van een stuk grond om onrechtmatige hinder toe te brengen aan zijn buren. Bij hinder moet gedacht worden aan rumoer, trillingen, stank, rook en gassen, maar ook aan het onthouden van licht of lucht. De wet spitst dit toe op een aantal specifieke situaties, waaronder beplanting bij de grenslijn. Zo moeten bomen zich op grond van de wet op twee meter van de grenslijn bevinden en heggen op een halve meter, tenzij er in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente een kleinere afstand is toegestaan. Toch kan het zijn dat een boom, die netjes op twee meter van de grenslijn afstaat, hinder veroorzaakt. Denk bijvoorbeeld aan het geval waarin diverse boomtakken toch over de erfgrens komen of waarin de boom zo hoog is dat hij veel licht tegenhoudt.

Als beplanting over de erfgrens heen hangt, kan de eigenaar van het erf die hier last van heeft de buurman en eigenaar van de beplanting verzoeken de overhangende beplantingen weg te halen. Als de buurman dit niet doet, mag overhangende beplanting zelfstandig weggesneden worden of toegeëigend worden. Indien een boom zo hoog is geworden dat hij veel licht tegenhoudt, kan er sprake zijn van hinder. Deze hinder moet dan bovendien onrechtmatig zijn; men moet nu eenmaal een beetje hinder van de buren verdragen. Of hinder onrechtmatig is, hangt af van de aard, ernst en duur van de hinder en de door de hinder veroorzaakte schade. Ook zijn de omstandigheden ter plaatste altijd van belang. Indien men woont in een “groen” gebied, zal de vermindering van licht in verregaande mate geaccepteerd moeten worden. Daarbij is het straatbeeld van belang en wordt gekeken of de hoogte van de boom proportioneel is in vergelijking met de andere bomen in de straat.

Erfgrens

In de rechtspraak is regelmatig discussie over de erfafscheiding. Buren die tegen de erfafscheiding aanbouwen, buren die vragen om de kosten voor het onderhoud van de erfafscheiding te delen of buren die eisen dat meebetaald wordt aan het neerzetten van nieuwe erfafscheiding.
Om met dit laatste te beginnen. In een aaneengebouwd gedeelte van de gemeente heeft men een recht op een erfafscheiding. Als deze er al staat in de vorm van een heg, kunnen buren elkaar toch verplichten medewerking te verlenen aan het oprichten van een scheidsmuur op de grens van de percelen. De wetgever zorgt er zo voor dat de persoonlijke levenssfeer beschermd wordt. Indien er een erfafscheiding aanwezig is, is misschien wel de belangrijkste vraag waar de betreffende erfafscheiding zich precies bevindt. Als deze zich óp de erfgrens bevindt, is er op grond van de wet sprake van zogenoemde mandeligheid. Dit betekent dat beide buren mede-eigenaar zijn van de muur, ook als deze op kosten van een van hen is opgericht. Beide buren mogen dan aan hun kant van de erfafscheiding veranderingen aanbrengen. Eventueel onderhoud van de erfafscheiding komt voor rekening van beide buren. Dit is anders indien de erfafscheiding zich op de grond van een van hen bevindt. Dan behoort de erfafscheiding in zijn geheel tot degene op wiens grondgebied hij staat en mogen buren hier niets aan veranderen.

Conclusie

Het burenrecht omvat verschillende aspecten waarvan bovenstaande onderwerpen veel voorkomen in de rechtspraak. Het is voor buren soms lastig om er samen uit te komen, maar een goede buur is toch echt beter dan een verre vriend.