Is de toestemming van beide makers van een werk, bijvoorbeeld een foto, nodig voor de exploitatie van een gemeenschappelijk auteursrecht?

Gemeenschappelijk auteursrecht fotografen

Een praktijkvoorbeeld ter illustratie.
Twee fotografen hebben gezamenlijk een fotoreportage gemaakt als afstudeerproject. Ten aanzien van de fotoreportage hebben beide fotografen een gemeenschappelijk auteursrecht. De fotografen gaan na hun studie ieder hun eigen weg en maken geen afspraken over de exploitatie van hun gezamenlijke auteursrecht. Na verloop van tijd wordt één van de twee fotografen aangesproken door de ander. Deze ging er niet mee akkoord dat de ander het werk zonder zijn toestemming ten toon stelde.

Wat zegt de wet?

De Auteurswet bepaalt dat in beginsel iedere openbaarmaking of verveelvoudiging van een auteursrechtelijk beschermd werk met de toestemming van de auteursrechthebbende dient plaats te vinden. In het geval van een gemeenschappelijk auteursrecht betekent dit dat beide auteursrechthebbenden moeten instemmen met de exploitatie. Naast de Auteurswet zijn hierop echter ook de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek inzake gemeenschappelijke goederen van toepassing. Daarin is bepaald dat iedere deelgenoot bevoegd is tot het gebruik van een gemeenschappelijk goed, mits dit gebruik met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is. Daarnaast spelen de redelijkheid en billijkheid een rol, alsmede de persoonlijkheidsrechten van iedere maker.
Persoonlijkheidsrechten zijn zogenaamde morele rechten van de maker/auteur, bij voorbeeld diens recht op naamsvermelding als auteursrechthebbende bij openbaarmaking.

Jurisprudentie

Het Hof Den Bosch heeft in een uitspraak1 het volgende over de exploitatie van een gezamenlijk auteursrecht bepaald.
Indien de gezamenlijke auteurs onderling geen regeling hebben getroffen, is ieder van hen in beginsel gerechtigd het gezamenlijke auteursrecht te exploiteren, ook zonder medewerking van de ander.
Daarnaast brengen de redelijkheid en billijkheid met zich mee dat, ingeval één van de makers op eigen gelegenheid tot exploitatie overgaat, de ander naar verhouding in de opbrengsten daarvan deelt. Voorts moet bij de exploitatie het persoonlijkheidsrecht van de andere maker worden gerespecteerd.

Conclusie:
Ook zonder de toestemming van de ander kan een gemeenschappelijk auteursrecht met inachtneming van de eisen van de redelijkheid en billijkheid worden geëxploiteerd. De mede auteursrechthebbende kan dan vaak aanspraak maken op vergoeding van de opbrengst van de exploitatie. Rechters hebben verschillende mogelijkheden om de hoogte van de vergoeding te begroten, maar hanteren daarbij vaak als leidraad richtlijnen ten aanzien van de licentievergoeding, bij voorbeeld de Richtprijzen Nederlandse Vakfotografie.
.
Terug naar het praktijkvoorbeeld.
Beide auteursrechthebbenden kunnen het gezamenlijk auteursrecht zonder toestemming van de ander op redelijke wijze exploiteren met inachtneming van de persoonlijkheidsrechten van de ander en op voorwaarde dat eventuele inkomsten (minus kosten) uit het gezamenlijk werk onderling worden verdeeld.

Heeft u over het bovenstaande een vraag, neem dan direct contact op!

Lex Keukens
title=”Aalst Daniels advocaten” href=”https://www.huisadvocaten.nl/advocaten/aalst-en-daniels-huis-advocaten-amsterdam/” target=”_blank”>Aalst Daniels advocaten
keukens@adadvocaten.nl
020 618 17 81