Werkgevers met minder dan 25 werknemers komen vanaf 1 januari 2019 sneller in aanmerking voor het betalen van een latere transitievergoeding in geval van bedrijfseconomisch ontslag dan voorheen. Als aan de criteria wordt voldaan, telt het deel van het dienstverband van vóór 1 mei 2013 niet mee bij de berekening van de transitievergoeding voor de werknemer die voor ontslag wordt voorgedragen.

Op twee punten zijn de reeds geldende voorwaarden voor een slechte financiële situatie namelijk aangepast:
• Voorheen moest de onderneming in alle drie de boekjaren voorafgaand aan het boekjaar van de ontslagprocedure verlies hebben geleden. Thans geldt dat het gemiddelde netto resultaat over die drie boekjaren negatief dient te zijn.
• Vóór 1 januari 2019 gold dat aan het einde van het voorafgaande boekjaar sprake moest zijn van een negatief eigen vermogen; als voorwaarde geldt nu dat de waarde van het eigen vermogen hoogstens 15% van het totale vermogen is.

De overige voorwaarden zijn ongewijzigd gebleven.

De UWV heeft na publicatie van deze wijziging van de Ontslagregeling één en ander op haar website al
aangepast. Overigens komt aan deze gunstige regeling voor kleine werkgevers per 2020 een einde, zoals van meet af aan
al was aangekondigd.

Bedrijfseconomisch ontslag is overigens een breder begrip dan de letterlijke tekst doet vermoeden. UWV Werkbedrijf schaart hieronder namelijk (1) een slechte of slechter wordende financiële situatie, (2)werkvermindering/verval arbeidsplaatsen, (3) organisatorische of technologische veranderingen, (4)bedrijfsverhuizing, (5) beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming en (6) het vervallen van loonkostensubsidie.

Het zou jammer zijn als kleine werkgevers door onbekendheid met de regeling een kans mislopen.

Mocht u als werkgever of als accountant naar aanleiding van dit thema vragen hebben of tegen situaties aanlopen waarin u niet goed weet wat te doen, neemt u dan gerust even contact op met mr. Gerda Aufderhaar, lid van de Praktijkgroep Arbeidsrecht.