Werkneemster werkt al ruim zes jaar als waarnemend bedrijfsleidster in een klein filiaal van een grote winkelketen. Voor de vakantieperiode wordt haar gevraagd om als leidinggevende in te vallen in een ander klein filiaal van dezelfde winkelketen. Weken later wordt zij op het hoofdkantoor uitgenodigd, om over haar toekomst te praten. Zij wordt naar een kamer geleid die onmiddellijk op slot gaat als ze binnenkomt. Zij mag het vertrek niet verlaten, ook niet om naar het toilet te gaan. Twee oud politieagenten, nu werkzaam voor de afdeling interne veiligheid van de winkelketen, houden werkneemster voor dat op camera is vastgelegd dat ze geld uit de kassa in haar bh steekt en in haar broekzak steekt; dat er geld is verdwenen uit de kluis, dat bij het afstorten van de kassa minder geld door de bank is ontvangen dan op het formulier vermeld, dat tal van spullen zijn besteld die niet besteld hadden mogen worden, die bovendien door werkneemster mee naar huis zijn genomen. Ook zou werkneemster gerommeld hebben met uren van zichzelf, haar zus, die ook werkneemster was en haar vriend, die geen werknemer was. Werkneemster ondertekende onder grote druk (zij mocht immers niet vertrekken voordat “de zaak geregeld was”) een verklaring waarin zij bekende meer dan € 3000 te hebben verduisterd, een flink aantal spullen mee naar huis te hebben genomen, en al maandenlang gerommeld te hebben met uren van zichzelf en haar zus. In de verklaring stond bovendien dat zij zich verplicht een bedrag van bijna € 9000 terug te betalen. Werkgever heeft werkneemster op staande voet ontslagen op grond van deze bekentenis.

De procedure

In de procedure heeft werkneemster uitvoerig toegelicht dat de verklaring onder druk is verkregen, en dat voor alle verwijten van werkgever een hele normale, voor de hand liggende verklaring is te vinden. De verhoorders hebben daar niet naar gevraagd, omdat zij er niet op uit waren de waarheid te achterhalen, maar alleen maar een bekentenis wilden krijgen. Het ontslag op staande voet is daarom onterecht verleend en moet worden vernietigd; het loon moet worden doorbetaald. In het verweerschrift hield de werkgever voet bij stuk.

De uitkomst

De rechter heeft zich zeer precies voor laten lichten over de precieze feitelijke gang van zaken van alle beschuldigingen. Daaruit kwam naar voren dat er voor alles inderdaad een heel plausibele verklaring was. Misschien is niet alles helemaal volgens het boekje gegaan maar van moedwillige benadeling van de werkgever blijkt geen sprake. De rechter geeft aan dat hij “niet dezelfde waarde aan de verklaring van werkneemster hecht als werkgever doet omdat mevrouw niet in de gelegenheid is gesteld het gesprek met twee personen bij te wonen.”. Met deze vingerwijzing wordt partij gevraagd of zij tot een regeling willen komen. Die komt uiteindelijk tot stand doordat het ontslag op staande voet wordt ingetrokken; de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met ingang van de datum van de zitting, en met doorbetaling van het loon tot die datum.

Wat kun je hiervan leren?

Hier liep het nog goed af voor de werkneemster, maar onderteken nooit een verklaring in jouw nadeel, waar je het niet mee eens bent. Verder: bevestig alle voor jou gunstige afspraken met werkgever in een klein e-mailtje.

Epiloog

Werkneemster was zo ontzettend blij met de uitkomst, dat zij een grote taart heeft laten bezorgen, waar het hele kantoor met veel plezier van heeft gegeten.