De toenmalige minister voor Wonen, Wijken en Integratie heeft het verzoek van Woningstichting De Veste uit Ommen om het bestel van woningcorporaties te mogen verlaten, terecht afgewezen. Dit blijkt uit een uitspraak van vandaag (27 oktober 2010) van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Veste wilde uit het bestel stappen, onder meer omdat zij door de woningcorporatieregels bepaalde fiscale voordelen zou mislopen. De minister stelde zich op het standpunt dat woningcorporaties niet vrijwillig het bestel mogen verlaten.
De Raad van State overweegt allereerst dat in de woningcorporatieregels niet is vermeld dat een corporatie vrijwillig het bestel kan verlaten. In die regels is wel bepaald dat de minister een corporatie bij wijze van sanctie uit het bestel kan zetten, bijvoorbeeld wanneer een corporatie schade toebrengt aan het belang van de volkshuisvesting. Hierna dient de corporatie te worden ontbonden. Naar het oordeel van de Raad van State zijn de regels omtrent de toe- en uittreding van corporaties gezien hun tekst uitputtend bedoeld. Hieruit volgt duidelijk dat de wetgever de mogelijkheid van vrijwillige uittreding heeft willen uitsluiten. Dit was ten tijde van de toelating van de voorganger van De Veste in 1963 niet anders, aldus de Raad van State. Lees meer
Bron: Rechtspraak.nl