Voorlopige voorziening tegen het bestuursdwangbesluit betreffende de sluiting van het horecabedrijf/zalenverhuurbedrijf ‘ Amsterdam Marcanti’. Verweerder was bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, omdat verzoekster niet over een exploitatievergunning beschikt en haar evenmin voorlopige toestemming is verleend om te mogen exploiteren. Er is geen concreet zicht op legalisatie. Van strijd met het gelijkheidsbeginsel is geen sprake. De financiële gevolgen van sluiting voor verzoekster wegen niet op tegen het, naar voorlopig oordeel gerechtvaardigde, belang van verweerder bij het beëindigen van de illegale situatie. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Bron: Rechtspraak.nl