Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft vandaag (10 april 2012) een richtinggevende uitspraak gedaan over de vraag onder welke voorwaarden een illegaal in Nederland verblijvende en ongewenst verklaarde vreemdeling gevangenisstraf kan worden opgelegd.

De uitspraak werd gedaan na een themazitting over artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht (art. 197 Sr) en de Europese Terugkeerrichtlijn. Artikel 197 Sr regelt de strafbaarstelling van ongewenst verklaarde vreemdelingen; de Terugkeerrichtlijn regelt de terugkeer van illegaal op het grondgebied van een EU-lidstaat verblijvende onderdanen van derde landen.

In de uitspraak zet het hof uiteen wat het toepassingsbereik van de Terugkeerrichtlijn is en welke betekenis de Europese richtlijn heeft bij vervolging op grond van art. 197 Sr. Dit artikel bepaalt dat een ongewenste vreemdeling, die ondanks die ongewenstverklaring in Nederland verblijft, wordt gestraft met een gevangenisstraf van maximaal zes maanden of een geldboete.

De uitspraak werd gedaan in hoger beroep tegen een, ten tijde van het ten laste gelegde feit, illegaal in Nederland verblijvende man. Deze man was op 25 juni 2008 ongewenst verklaard. De man vertrok na zijn ongewenstverklaring naar België, maar werd op 2 maart 2011 in Maastricht aangehouden. Inmiddels is de verdachte uitgezet naar zijn geboorteland. In het onderhavige geval is het, volgens het hof, wel mogelijk gevangenisstraf op te leggen. Het hof veroordeelt de man tot twee maanden gevangenisstraf.

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit