De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) geeft onder voorwaarden groen licht aan de op te richten joint venture door KPN en Reggefiber. De op te richten joint venture legt de komende jaren glasvezelnetwerken aan voor Nederlandse consumenten.

Via deze glasvezelnetwerken wordt het mogelijk om diensten aan te bieden, die hoge bandbreedtes vereisen, zoals high definition tv. Dergelijke diensten zijn niet mogelijk met het bestaande koper aansluitnetwerk. KPN-Reggefiber stellen dat met deze joint venture een uitrol van een glasvezelnetwerk in Nederland mogelijk wordt. Tegelijkertijd wordt gegarandeerd dat andere telecombedrijven op non-discriminatoire wijze toegang tot het netwerk krijgen tegen een redelijk tarief.

De NMa is, na consultatie van marktpartijen, akkoord gegaan met het voorstel van KPN en Reggefiber waarmee wordt voorkomen dat de concurrentie door de joint venture kan worden beperkt. De NMa had bezwaren tegen de oorspronkelijke plannen omdat gevreesd werd dat de joint venture onvoldoende geprikkeld zou worden andere telecombedrijven toe te laten tot de (aan te leggen) glasvezelnetwerken.

KPN en Reggefiber hebben deze vrees weggenomen door te garanderen dat andere telecombedrijven op non-discriminatoire wijze toegang tot het netwerk van de joint venture krijgen. Ook wordt de huur voor de toegang tot de (aan te leggen) glasvezelnetwerken vastgelegd op maximaal EUR 14,50 tot 17,50 (afhankelijk van het gebied) per maand per aansluiting (met een jaarlijkse inflatiecorrectie). Tevens is voorzien in een handhavingsprocedure. Als de joint-venture de voorwaarden niet naleeft, kunnen afnemers die toegang willen tot het glasvezelnetwerk via deze procedure een klacht indienen bij de NMa.

De NMa heeft bij de beoordeling van deze zaak intensief samengewerkt met de OPTA. OPTA heeft, als sectorspecifieke toezichthouder, de NMa geadviseerd in deze zaak. Tevens zijn de (ontwerp)beleidsregels tariefregulering ontbundelde glastoegang van OPTA in overleg met de NMa tot stand gekomen. De NMa heeft deze (ontwerp)beleidsregels betrokken bij de beoordeling van de joint venture.

Bron: www.rechtennieuws.nl, 22 december 2008