De kern van de uitspraak is dat de beslissing van de ondernemingskamer om een onderzoek te laten doen naar wanbeleid van ASMI wordt vernietigd. Volgens de Hoge Raad heeft de ondernemingskamer uit het oog verloren dat het bestuur van ASMI primair verantwoordelijk is voor de te volgen strategie en voor de corporate governance. Het bestuur moet zelf beoordelen of het wenselijk is daarover in overleg te treden met externe aandeelhouders en is niet verplicht de ava vooraf in zijn besluitvorming te betrekken.
Achtergrond
ASM International N.V. (ASMI) is in 1968 opgericht. De aandelen zijn sedert 1981 beursgenoteerd. ASMI is werkzaam in de halfgeleider industrie. Zij opereert in de zgn. front-end, het productieproces tot aan de vervaardiging van de chip. ASMI houdt 53% van de aandelen in ASM Pacific Technology Ltd.(ASMPT) te Hong Kong, die actief is in de zgn. back-end (opdeling, bewerking en gebruiksklaar maken van chips).
De oprichter, die tot 1 maart 2008 CEO van ASMI was, houdt, deels via een administratiekantoor 21% van de gewone aandelen in ASMI. Hermes en Fursa hielden in mei 2008 ongeveer 15% respectievelijk 6% van de gewone aandelen.
Op 27 mei 1997 is de Stichting Continuïteit ASMI opgericht, die tot doel heeft het behartigen van de belangen van ASMI en haar groepsvennootschappen. Op 28 mei 1997 heeft ASMI met deze stichting een overeenkomst gesloten op grond waarvan zij het optierecht heeft verkregen tot het nemen van een zodanig nominaal bedrag aan preferente aandelen in het kapitaal van ASMI als overeenkomt met 50% van het nominaal bedrag van de op het moment van uitoefenen van die optie uitstaande aandelen in het kapitaal van ASMI. Lees meer
Bron: Rechtspraak.nl