Sinds 1 januari 2009 kunnen de vier grote gemeenten, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag aan de slag met de bestuurlijke strafbeschikking. Voor gemeenten is de strafbeschikking een nieuw instrument in de strijd tegen veel voorkomende overtredingen van de lokale verordeningen. Te denken valt hierbij aan overlast door bijvoorbeeld wildplassen, afval en loslopende honden. Voorheen werden dergelijke feiten beboet met een transactievoorstel (kort gezegd: een schikking tussen OM en verdachte). Nieuw aan de strafbeschikking is onder meer dat gemeenten zelf de prioriteiten en inzet van het instrument bepalen. De eerste 70 bestuurlijke strafbeschikkingen zijn inmiddels uitgeschreven door de vier grootste gemeenten.

De bestuurlijke strafbeschikking vormt een onderdeel van de Wet OM-afdoening die op 1 februari 2008 van start is gegaan. De Wet OM-afdoening maakt het mogelijk voor het Openbaar Ministerie (OM-strafbeschikking), politie (politie-strafbeschikking) en andere bestuursorganen (bestuurlijke strafbeschikking) overtredingen, waarop een maximumstraf van zes jaar is gesteld, zonder tussenkomst van de rechter af te doen. In de strafbeschikking kunnen onder meer boetes, taakstraffen en voorwaarden worden opgelegd. Het opleggen van vrijheidsbenemende straffen met behulp van een strafbeschikking is uitgesloten. De bevoegdheid kan een substantiële vermindering van de werklast van rechters opleveren. Uit het eerste jaar van de Wet OM-afdoening blijkt bijvoorbeeld dat tegen de 2663 door het OM opgelegde strafbeschikkingen slechts in 1.6% van de gevallen verzet is aangetekend. Per 1 januari is nu ook de strafbeschikking beschikbaar voor de G-4 gemeenten.

Het proces van tenuitvoerlegging van de met de strafbeschikking opgelegde boete, is in handen van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). Indien de bestrafte het niet eens is met de strafbeschikking moet hij verzet aantekenen bij het OM. Met deze samenwerking tussen verschillende overheidsinstanties is een strafrechtelijke keten georganiseerd, die efficiënte handhaving bewerkstelligt. Deze efficiënte keten maakt het voor gemeenten interessanter om te gaan inzetten op handhaving van kleine ergernissen om te zorgen voor een schonere en veiligere leefomgeving. In 2010 kunnen naar verwachting ook andere gemeenten dit nieuwe instrument inzetten.

Bron: www.rechtennieuws.nl 9 februari 2009