Tot en met 2005 werd het privégebruik van een auto van de zaak onder voorwaarden belast in de inkomstenbelasting. Met ingang van 1 januari 2006 wordt de auto van de zaak onder voorwaarden in de loonbelasting belast. Dan geldt de regeling ‘privégebruik auto van de werkgever’. De werkgever moet een bedrag als loon in natura bij het loon van de werknemer tellen voor het voordeel dat ontstaat uit het privégebruik van de auto. Het bedrag dat bij het loon wordt geteld, is de zogenaamde bijtelling.
Er vindt geen bijtelling plaats als de werknemer op jaarbasis voor minder dan 500 kilometer privé rijdt. Met een rittenregistratie kan worden aangetoond dat minder dan 500 kilometer privé is gereden en dus geen bijtelling hoeft plaats te vinden. Recent heeft Gerechtshof ’s-Hertogenbosch voor het jaar 2002 uitspraak gedaan over een bijtelling wegens privégebruik in de inkomstenbelasting voor een tweede bedrijfsauto.
Tot en met 2005 werd het privégebruik van een auto van de zaak onder voorwaarden belast in de inkomstenbelasting. Met ingang van 1 januari 2006 wordt de auto van de zaak onder voorwaarden in de loonbelasting belast. Dan geldt de ‘regeling privégebruik auto van de werkgever’. De werkgever moet een bedrag als loon in natura bij het loon van de werknemer tellen voor het voordeel dat ontstaat uit het privégebruik van de auto. Het bedrag dat bij het loon wordt geteld, is de zogenaamde bijtelling. Uitgangspunt is een bijtelling van ten minste 25% c.q. 14% (jaar 2008) van de catalogusprijs van de auto. De werkgever houdt over de bijtelling loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) in. De bijtelling blijft achterwege als de werknemer op jaarbasis voor minder dan 500 kilometer privé rijdt. De werknemer dient de ‘verklaring geen privégebruik’ bij de Belastingdienst aan te vragen. Uit de verklaring moet blijken dat de werknemer op jaarbasis minder dan 500 kilometer privé rijdt en dat de bijtelling niet op hem van toepassing is. De verklaring werkt in beginsel als een vrijwaring voor de werkgever. Indien blijkt dat de werknemer ten onrechte de verklaring heeft aangevraagd, wordt de naheffingsaanslag loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet opgelegd aan de werknemer en niet aan de werkgever. Alleen bij frauduleus handelen met medeweten van de werkgever worden de aanslagen toch aan de werkgever opgelegd. Met een rittenregistratie kan worden aangetoond dat minder dan 500 kilometer privé is gereden en dus geen bijtelling hoeft plaats te vinden.
Recent heeft Gerechtshof ’s-Hertogenbosch voor het jaar 2002 uitspraak gedaan over een bijtelling wegens privégebruik in de inkomstenbelasting voor een tweede bedrijfsauto.
Een vrouw is tot en met 2002 directeur en enig aandeelhouder van een bv. Tot het vermogen van de bv behoort onder andere een Mercedes-Benz en een Hyundai Galloper. De vrouw doet aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2002 over een belastbaar inkomen van € 17.335. De inspecteur wijkt van de aangifte af en stelt het belastbaar inkomen van de vrouw vast op € 30.922. De inspecteur is van mening dat het belastbaar inkomen van de vrouw verhoogd moet worden met de bijtelling wegens privégebruik van de Mercedes-Benz. De vrouw is het niet eens met de inspecteur en stelt beroep in bij Rechtbank Breda. De vrouw krijgt geen gelijk van de rechtbank en gaat in hoger beroep bij Gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Het hof is van mening dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Mercedes-Benz de vrouw voor het jaar 2002 voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld. Het hof overweegt tevens dat uit de rittenadministratie niet blijkt dat de vrouw privéritten heeft gemaakt met de Mercedes-Benz. De rittenadministratie ziet op het jaar 2001 en geeft geen uitsluitsel over het jaar 2002. Het hof merkt op dat uit de rittenadministratie voor het jaar 2001 ook niet blijkt dat de Mercedes-Benz is gebruikt voor privéritten, aangezien enkel ritten staan vermeld van het kantoor van de bv naar diverse werken en omgekeerd. Het hof verklaart het hoger beroep van de vrouw gegrond en verlaagt haar aanslag inkomstenbelasting 2002.
Bron: www.rechtennieuws.nl, 22 oktober 2008