De werknemer heeft de aan de werkgever toebehorende woning nodig ten behoeve van de uitoefening van zijn functie. Het recht op bewoning eindigt bij beëindiging van de dienstbetrekking. Het gebruik van de dienstwoning staat veelal als eis aan de functie in de arbeidsovereenkomst vermeld. De bewoner heeft geen recht op huurbescherming.