Verdeling huwelijksgoederengemeenschap vernietigbaar wegens geestelijke stoornis als bedoeld in artikel 3:34 BW? Tussen partijen is een verdeling van hun ontbonden huwelijksgoederengemeenschap overeengekomen waarbij de man de woning met overwaarde kreeg toebedeeld zonder aan de vrouw een overbedelingsuitkering te moeten betalen (waartoe de man financieel niet in staat was). Hiermee beoogden partijen dat de woning niet verkocht hoefde te worden zodat de minderjarige kinderen (die bij de man bleven) in de voormalige echtelijke woning konden blijven wonen. Vrouw leed aan geestelijke stoornis en doet enkele jaren later beroep op vernietiging van de verdeling op de voet van artikel 3:34 BW. Vordering afgewezen omdat bij de vrouw de wil tot het aangaan van de verdeling niet ontbrak.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BR1327