machtiging uithuisplaatsing De moeder van minderjarige heeft de status als ongewenst verklaarde vreemdeling. Zij wil de minderjarige meenemen bij haar vertrek uit Nederland. Verzocht wordt om een machtiging uithuisplaatsing voor pleegzorg. De minderjarige is in therapie omdat hij in het vorige pleeggezin seksueel is misbruikt. De kinderrechter in meervoudige kamer is onder de vorenomschreven omstandigheden met inachtneming van de onderscheiden belangen, van oordeel dat het belang van de minderjarige meebrengt dat hij wordt beschermd tegen een niet goed voorbereide overgang van een optimale verzorging en opvoeding -inclusief behandeling via de pleegouders- naar een voor hem onbekende en daardoor alleen al onveilige leefsituatie met een moeder die hij niet meer kent als zijn moeder, in een voor hem vreemd land waarvan hij de taal niet spreekt. Voor het (wederom) vormen van een gezin met de minderjarige en zijn reeds in het buitenland verblijvende tweelingbroertje, is het noodzakelijk dat de moeder eerst gedurende enkele maanden een verdere band opbouwt met de minderjarige, opdat deze voldoende aan haar is gehecht om haar te volgen. De (voorlopige) ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing strekken ertoe de nadelige gevolgen van een scheiding van de personen waar de minderjarige inmiddels veilig aan gehecht is, zoveel mogelijk te beperken en de overgang naar een andere leefsituatie te versoepelen.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BA8329