Er is geen sprake van een arbeidsverhouding waarin de familierelatie overheerst. Het standpunt van het Uwv dat de werkzaamheden van appellant als zorgverlener niet als verzekerde arbeid kunnen worden aangemerkt kan geen stand houden. De Raad oordeelt op gelijke wijze met betrekking tot de werkzaamheden van appellant als zorgverlener. Voor het doen van een tussenuitspraak ziet de Raad geen ruimte. Een opdracht aan het Uwv op grond van artikel 21, zesde lid, van de Beroepswet verdraagt zich niet met het rechtsmiddel van beroep in cassatie dat openstaat tegen de toepassing door de Raad van de begrippen werknemer, werkgever, dienstbetrekking en loon. Vernietiging besluit. Nieuw besluit op bezwaar.

Bron: Rechtspraak.nl – LJN: BU7413