De bestuursrechter van de rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft vandaag geoordeeld dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een tuinbouwster uit Someren een boete mocht opleggen van bijna 140.000 euro.

De minister legde enkele jaren terug een boete op van 261.300 euro aan de tuinbouwster voor 39 overtredingen van de wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Tijdens de beroepsprocedure heeft de minister de boete verlaagd naar 140.700 euro voor 21 personen die in 2007 aangetroffen waren in het tuinbouwbedrijf.
Volgens de minister toonde de vrouw geen of onvoldoende documenten waaruit de aard van de arbeidsrelatie, het door haar betaalde loon en de vakantiebijslag of het aantal gewerkte uren blijkt van de in haar onderneming aangetroffen personen. De vrouw stelde vervolgens beroep in bij de rechtbank en voerde onder meer aan dat ze wel voldoende informatie heeft overgelegd. Daarnaast vindt de vrouw de boete onevenredig hoog.

Volgens de rechtbank heeft de tuinbouwster geen documenten getoond waaruit blijkt wanneer en hoeveel uur die 21 werknemers hebben gewerkt. Daarom was de minister bevoegd haar voor die overtredingen een boete op te leggen. De omstandigheid dat ze vanwege het uitzitten van een celstraf geen inkomen kan genereren is voor de rechtbank onvoldoende de opgelegde boete te matigen. Daarnaast heeft de vrouw niet onderbouwd dat ze nu en in de toekomst geen vermogen heeft. Wel ziet de rechtbank aanleiding de boete te verminderen met 2.500 euro vanwege de overschrijding van de redelijke termijn door de minister. Dat betekent dat de vrouw 138.200 euro moet betalen.

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit