Het gerechtshof in Amsterdam heeft vandaag in hoger beroep gevangenisstraffen tot 7 jaar opgelegd tegen zeven verdachten in de strafzaak Zuil. Zes verdachten zijn veroordeeld wegens deelneming aan een criminele organisatie al dan niet in combinatie met diverse overtredingen van de Opiumwet, één verdachte wegens voorbereiding van cocaïne-invoer.

Criminele organisatie
Volgens het hof is er sprake van een internationaal opererende drugsorganisatie die zich op zeer systematische en professionele wijze in Nederland en het buitenland bezig hield met de handel in verdovende middelen. De verdachten hebben er volgens het hof blijk van gegeven bereid te zijn een substantiële bijdrage te leveren aan de instandhouding van het criminele drugscircuit in Nederland en daarbij uit winstbejag gehandeld.

Feiten in de visie van het hof
De organisatie is in het begin van de jaren negentig begonnen met het transporteren van grote hoeveelheden hasj naar het buitenland. Rond 2002 werd overgegaan op meer winstgevende transporten van harddrugs. Aldus werden gedurende vele jaren grote hoeveelheden drugs naar verschillende Europese landen getransporteerd. Het ging daarbij om hasj, cocaïne, heroïne en XTC.

Rol van de verdachten
Het hof ziet een belangrijke rol weggelegd voor de inmiddels 51-jarige hoofdverdachte als opdrachtgever en financier binnen de organisatie. Deze verdachte is voor deelname aan een criminele organisatie, uitvoer van hasj, afleveren van heroïne, witwassen en valsheid in geschrifte veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf.
Tegen de zes medeverdachten werden gevangenisstraffen opgelegd van respectievelijk 42 maanden, 30 maanden, 2 jaar, 12 maanden voorwaardelijk en 240 uur taakstraf in combinatie met 6 maanden voorwaardelijk. Deze verdachten waren bij de drugshandel betrokken als investeerder, leverancier, chauffeur of verkoper. Een rol bij de strafoplegging speelde dat de feiten zich al weer langere tijd geleden afspeelden.

Rechtbank
De Rechtbank Haarlem veroordeelde de hoofdverdachte eerder tot een gevangenisstraf van 8 jaar. Zowel het OM als de hoofdverdachte stelden hoger beroep in tegen de beslissing van de rechtbank. De advocaat-generaal had ook een gevangenisstraf van 8 jaar geëist. De hoofdverdachte werd echter vrijgesproken van uitvoer van XTC en vuurwapenbezit.

Daarnaast moet de hoofdverdachte een bedrag van ruim 1.000.000 (een miljoen) euro terugbetalen als wederrechtelijk verkregen vermogen. Twee andere verdachten moeten bedragen terugbetalen van respectievelijk ruim 56.000 euro en 4.600 euro.

Bron: Rechtspraak.nl

Huis Advocaat Particulier

Huis Advocaat Zakelijk

Huis Advocaat Non Profit